5
Mei 1945. Wageningen ligt er verlaten bij. Alle bewoners van het stadje dat aan
de Duitse frontlinie ligt zijn door de bezetters geëvacueerd. Toch is er
bedrijvigheid in Wageningen. In het centrum verzamelen twee militaire
delegaties zich om 4 uur ’s middags in Hotel De Wereld: een Duitse delegatie
onder leiding van generaal-oberst Johannes Blaskowitz en een geallieerde
delegatie onder leiding van de Canadese luitenant-generaal Charles Foulkes.
Daarnaast zijn er nog andere hoogwaardigheidsbekleders naar het hotel gekomen.
Onder hen de Nederlandse prins Bernhard, opperbevelhebber van de Binnenlandse
Strijdkrachten. Die wordt door de Duitse delegatie begroet met een militair
saluut, waar hij volgens de overlevering onbewogen op reageerde door een sigaret
op te steken.
In
de grote zaal van het hotel zoekt het gezelschap een plek aan tafel en dan kan
het overleg beginnen. De belangrijkste vraag die door Foulkes wordt gesteld is
heel eenvoudig: is Duitsland bereid om zich over te geven? Met het antwoord van
Blaskowitz komt er onofficieel een einde aan bijna 5 jaar oorlog in Nederland:
“Jawohl.” Het Derde Rijk werpt de
handdoek in de ring. De onderhandelingen over de voorwaarden voor de capitulatie
gaan van start…
5
Mei 2014. Wageningen ligt er alles behalve verlaten bij. De treinen en bussen
naar Wageningen zitten stampvol. Dankzij het zeer behoorlijke weer komen uit alle
windstreken fietsers aanwaaien. De parkeerplaatsen net buiten het centrum staan
bomvol. Overal in de stad is geluid, afkomstig van een van de vele podia waar
opgetreden wordt. Overal uitgelaten, feestvierende mensen. Het is geen
officiële vrije dag dit jaar, maar hoewel veel mensen gewoon moeten werken,
komen tienduizenden mensen op de festiviteiten af. De stad is vrolijk versierd in
de vaderlandse kleuren rood-witte-blauw en oranje. Vandaag, al weer 69 jaar na
dato, herdenkt Wageningen de capitulatie van Duitsland. Maar vooral wordt er
gevierd hoe gelukkig we onszelf mogen prijzen dat we in vrijheid kunnen leven.
Net
als vele andere Veenendalers ben ik op de fiets het Binnenveld doorgestoken en
na een stevig tochtje (altijd wind tegen in het Binnenveld, vraag me niet hoe
het kan) kom ik aan in hartje Wageningen. De straten zijn afgezet met
dranghekken en langs de kant staan de mensen al rijen dik te wachten. Dit zijn
de mensen die de podia (nu nog) links laten liggen en zijn gekomen voor een van
de traditionele activiteiten op Bevrijdingsdag: het defilé. Helaas ben ik te
laat vertrokken en kost het me de nodige moeite om Hotel De Wereld te bereiken.
Ik kan geen plek bij het hek meer bemachtigen. Foto’s maken is er door de
drukte dan ook niet bij en het hotel zelf krijg ik pas echt goed in het vizier
als na afloop het plein weer leeg is gestroomd.
Hotel De Wereld ligt op de hoek van het 5 Mei Plein. Heel toepasselijk is na de
oorlog de straatnaam aangepast aan de historische gebeurtenis die hier heeft
plaatsgevonden. Het hotel zelf is al eeuwenoud, hoewel het huidige gebouw
‘slechts’ uit 1856 stamt. Tot in 1944 was het hotel-restaurant in bedrijf. Het
ziet er overigens niet echt uit als een hotel, alleen de afschuwelijk lelijke
geel-witte luifels verraden dat het hier niet om een gewoon hoekhuis gaat. Het
kan echter niet missen dat dit de plek is waar Foulkes en Blaskowitz nader tot
elkaar kwamen, want de naam van het hotel staat in grote metalen letters op de
muur.
Na
de oorlog raakte het hotel in verval. Even zag het er zelfs naar uit dat het
historische pand gesloopt zou gaan worden, maar gelukkig werd het op tijd van
de sloophamer gered. Het hotel werd een tijdje ingericht als museum, daarna
ging het over op de Landbouwuniversiteit. Sinds 1994 is de Stichting Nationaal
Erfgoed Hotel De Wereld verantwoordelijk voor het behoud van het pand. Het
gebouw werd gerestaureerd en is sinds 2004 weer in gebruik als hotel-restaurant.
De zaal waarin de onderhandelingen plaatsvonden (de Capitulatiezaal) is zo
goed als in originele staat gehouden. Wie in het restaurant van het hotel (O
Mundo) wil eten, moet een goedgevulde portemonnee meenemen, want het restaurant
heeft een Michelinster. Ik ga er dan ook maar geen broodje eten voor de lunch…
Maar
ik ben hier vooral gekomen voor het defilé, want het hotel zelf kan ik nu toch
niet in.
Jarenlang
was prins Bernhard bij het defilé aanwezig, tot aan zijn dood in 2004. Aan de
gevel van het hotel is in 2005 een bronzen plaquette opgehangen, ter
nagedachtenis aan de overleden prins: “verbonden
aan de strijd voor vrede en vrijheid”.
Traditiegetrouw
wordt het defilé gestart door een aantal antieke legervliegtuigen, die een
aantal rondjes boven het centrum heen vliegen. Het zorgt voor de nodige oeh’s
en aah’s om me heen. En toegegeven: het is een prachtig gezicht om die oude jagers
en bommenwerper laag over te zien scheren.
En
dan begint de ‘optocht’. Een lange stoet oude legervoertuigen trekt aan de
massa voorbij. Tussendoor spelen muziekkorpsen, een mix van oud en jong. De
hoofdrolspelers zijn uiteraard de oorlogsveteranen uit de Tweede Wereldoorlog die onder luid applaus van
het publiek voorbij komen. Natuurlijk in uniform, waarvan er veel volhangen met
onderscheidingen. Sommige veteranen worden gereden, in de wagens of zelfs in
rolstoelen. Andere tachtigers en negentigers marcheren trots met zo recht mogelijke rug in strak marsritme
door de straten van Wageningen. De een laat het applaus stoïcijns over zich
heen komen en kijkt met strak gezicht voor zich uit, een ander laat zich het
applaus lachend en zwaaiend welgevallen. Weer een ander schudt handen met het
publiek. Een enkeling geniet van een borrel of een biertje. Het kan allemaal.
Het is een prachtig schouwspel, deze mannen uit allerlei windstreken die voor
de bevrijding van ons land hebben gevochten. Canadezen, Britten, Amerikanen,
Fransen, Belgen, allen zijn vertegenwoordigd. De kleurrijke vaandels wapperen
in de wind. Omdat de spoeling steeds dunner wordt, wordt het defilé al jaren
aangevuld met veteranen die na de Tweede Wereldoorlog elders bij oorlogen
betrokken zijn geweest. Zij vormen de (lange) staart van de parade.
En
terwijl de laatste oudgedienden aan mij voorbij trekken en de klanken van het
muziekkorps wegsterven, wordt het tijd om terug te gaan in de tijd. Terug naar
die heuglijke dag 69 jaar geleden.
Zoals
gezegd was Hotel De Wereld op 5 mei 1945 het decor van de
capitulatieonderhandelingen. Een dag eerder had de Duitse admiraal Von
Friedeburg tegenover de Britse veldmaarschalk Montgomery al de overgave van de
Duitse troepen in Nederland gemeld. Die overgave zou de volgende dag ingaan.
Foulkes nodigde daarom de Duitse delegatie uit voor vredesbesprekingen in Hotel
De Wereld. De meeste mensen denken dat in de aula van het hotel uiteindelijk de
capitulatie werd ondertekend, maar feitelijk is dit niet waar. De Duitse
delegatie kreeg na de onderhandelingen 24 uur uitstel om enkele punten uit de
capitulatievoorwaarden met het Duitse opperbevel te bespreken. De volgende dag
zette Blaskowitz in de aula van de Landbouwhogeschool zijn handtekening en was
de overgave van het Duitse leger in Nederland een feit.
De
volledige overgave van Duitsland was uiteindelijk op 8 mei, een dag die in de
meeste andere Europese landen als bevrijdingsdag wordt gezien. In de voormalige
Oostbloklanden is 9 mei de Dag van de Overwinning, omdat toen pas de Duitsers
de capitulatie ten opzichte van de Sovjet-Unie ondertekenden.
De
bevrijding van Nederland begon in september 1944 met Operation Market Garden.
Na de landing van de geallieerden troepen op de Normandische kust op D-Day (6
juni), waren de geallieerden opgerukt door Noord-Frankrijk en België. Toen op 4
september 1944 Antwerpen werd bevrijd wist men het zeker in Nederland: de
bevrijders kwamen eraan! De volgende dag, op ‘Dolle Dinsdag’ 5 september,
stonden overal in het land de Nederlanders met rood-wit-blauwe vlaggen klaar
langs om de bevrijders te ontvangen. Op diverse plaatsen sloegen duizenden
Duitsers en NSB’ers al op de vlucht, zij wilden de komst van de geallieerden
niet afwachten. Maar de bevrijders kwamen die dag niet…
Het
veroveren van Nederland was door de aanwezigheid van de vele rivieren geen
eenvoudige klus. De meeste bruggen over de rivieren werden door de Duitsers
zwaar bewaakt en deze tactische punten zouden ze niet zonder slag of stoot uit
handen geven. Doel van Market Garden was om 8 belangrijke bruggen in handen
krijgen, door ongeveer 35.000 soldaten met zweefvliegtuigen bij de
verschillende bruggenhoofden te droppen. Circa 100.000 man aan grondtroepen
zouden dan via het zuiden Nederland in trekken.
Om
de militaire transporten van de Duitsers te bemoeilijken, riep de Nederlandse
regering in ballingschap op tot een algehele spoorwegstaking. De Spoorwegen
gaven hier gehoor aan, wat een forse operatie met zich meebracht. Zo’n 30.000
werknemers moesten namelijk onderduiken om te voorkomen dat de Duitsers hen
zouden bestraffen. Maar het plan slaagde en sinds september 1944 reed er
geen trein meer. De staking bracht wel een groot risico met zich mee, want niet
alleen de militaire treinen konden nu niet meer rijden, maar ook treinen die
kolen en levensmiddelen naar West-Nederland brachten reden niet meer. Maar
optimisme overheerste bij de regering in Londen: Nederland zou nu snel bevrijd zijn, dus dan
maakte het niet uit als er tijdelijk geen vervoer van levensmiddelen mogelijk
was. Maar dat pakte anders uit.
De
Duitsers deden er intussen alles aan om de treinen zo snel mogelijk weer te
laten rijden. Zo werden er Duitse spoorwegmensen naar ons land gehaald om in ieder geval de militaire treinen weer aan het rijden te krijgen. Omdat
het maar niet leek te lukken om de staking te breken, nam de bezetter een
stevige maatregel: voor straf mochten er ook geen binnenschepen meer voedsel en
brandstof naar het westen van het land vervoeren.
Op
12 september betraden de geallieerden ons land in Zuid-Limburg. De eerste grote
stad die werd bevrijd was Maastricht, 2 dagen later. Vliegtuigen vlogen op 17
september naar de belangrijkste bruggen bij de Rijn, waar parachutisten werden
gedropt. Die moesten proberen de bruggen in handen te krijgen en daarmee de weg
vrij maken voor de oprukkende grondtroepen. Hoewel de Duitsers aanvankelijk verrast
waren door deze actie, boden ze verbeten tegenstand. Uiteindelijk kregen de
geallieerden meerdere bruggen in handen en kon een deel van Noord-Brabant,
Limburg en Gelderland bevrijd worden. Maar in de Slag om Arnhem (‘a bridge too
far’) liep het offensief vast. De Engelse parachutisten die daar waren geland,
slaagden er niet in de Rijnbrug te veroveren. De geallieerde troepen bij Arnhem
trekken zich terug of geven zich uiteindelijk over.
Het
gebied onder de rivieren kon verder bevrijd worden, maar boven de rivieren
bleven de Duitse bezetters de baas. De Duitsers gebruikten de Hollandse
Waterlinie, die juist bedoeld was om de vijand buiten te houden, nu tegen ons:
strategische gebieden werden onder water gezet, zodat de opmars van de
geallieerden tegengehouden werd. Met de winter op komst moest de bevrijding van
het noorden en westen van Nederland nog even wachten. Voor het bezette gebied
brak een afschuwelijke winter aan, die de geschiedenis in is gegaan als de
Hongerwinter. In de winter van ‘44/’45 zouden zo’n 20.000 mensen omkomen van
kou en honger. Het werd een zeer natte en koude winter en het tekort aan
brandstof zorgde er dan ook voor dat er op veel plaatsen in het bezette gebied
kou werd geleden. Gas of stroom was er sinds oktober al niet meer, behalve dan
voor de Duitsers. Turf werd ineens weer populair als brandstof en alles dat van
hout was liep het risico in de kachel terecht te komen. Bomen werden illegaal
gekapt, uit leegstaande huizen werd al het houtwerk gesloopt en men ging zelfs
de eigen meubelen opstoken om maar een beetje warmte te krijgen. Omdat er ook
geen levensmiddelen meer naar het westen werden gebracht, werd voedsel zeer
schaars. Op het platteland was vaak nog wel voedsel beschikbaar, maar met name
in de steden nam de hongersnood toe naarmate de winter voortduurde. In speciale
‘centrale keukens’ kon men nog wel wat eten krijgen, maar ook daar werden de
porties al snel kleiner en werd de voedingswaarde van het eten steeds lager. Om
de ergste honger te stillen stond er van alles op het menu dat je niet zou
proberen te eten als het niet noodzakelijk was, zoals suikerbieten en
bloembollen.
Hulp
moest komen vanaf het platteland. Sommige boeren deden hun uiterste best om hun
honger lijdende landgenoten te helpen, anderen maakten schaamteloos misbruik
van de situatie door woekerprijzen voor hun voedsel te vragen. Vrouwen en
kinderen liepen dagenlang door de snijdende kou, uitgeput door honger en
vermoeidheid, op en neer naar boerderijen in de hoop daar wat voedsel te kunnen
bemachtigen. Kerkelijke organisaties droegen hun steentje bij door
voedselinzamelingen te houden en te zorgen voor een eerlijke verdeling daarvan.
Zwaar ondervoede stadskinderen werden vooral door bemiddeling van de kerk door
gezinnen op het platteland opgenomen om daar weer aan te sterken. Zij bleven
daar soms tot na de oorlog.
Pas
in maart kwam er voedselhulp op gang van de geallieerden, in samenwerking met
het Rode Kruis. Eind april waren er tien dagen lang voedseldroppingen, waarbij
Engelse en Amerikaanse vliegtuigen voor de afwisseling ongehinderd het
Nederlandse luchtruim in mochten en voedselpakketten konden laten neerdalen op de
uitgehongerde bevolking.
Op
8 februari 1945 ging er een nieuw offensief van start: operatie Veritable. Doel
van deze operatie was het veroveren van het Rijngebied. Ook nu kwam er felle
tegenstand van de Duitsers. Pas op 10 maart staken de geallieerde troepen de
Rijn over. Oost- en Noord-Nederland moesten bij deze actie bevrijd worden. Een
groot bevrijdingsoffensief voor het westen bleef echter uit. Niet alleen had
het door de Duitsers onder water zetten van stukken land groot effect, ook
waren de geallieerden bang dat er te veel burgerslachtoffers zouden vallen
omdat het westen zo dichtbevolkt was. Wel werd op 3 maart geprobeerd om een
lanceerbasis van raketten bij Den Haag onschadelijk te maken. Per ongeluk
werden de geallieerde bommen losgelaten boven de Haagse wijk Bezuidenhout,
waarbij meer dan 500 mensen omkwamen (ter vergelijking: bij het bombardement op
Rotterdam in 1940 door de Duitsers vielen zo’n 800 dodelijke slachtoffers).
Maar
vanaf april 1945 kwamen eindelijk de bevrijdingsacties op gang en zou de ene na
de andere plaats verlost worden van de Duitsers. Canadese, Engelse en Poolse
troepen trokken de Betuwe, de Achterhoek en Twente binnen. Ze stuitten daarbij
nauwelijks nog op Duits verzet. Het Duitse leger, dat inmiddels van alle kanten
onder vuur lag, had een chronisch tekort aan getrainde soldaten en zette zelfs scholieren en oude mannen in om Nederland te verdedigen. De
geallieerde soldaten trokken vervolgens verder richting Grebbelinie. De rollen waren nu omgedraaid ten opzichte
van het begin van de oorlog, toen juist de Duitsers vanuit het oosten de
Grebbelinie naderden. Achter die verdedigingslinie wachtte de eerder genoemde
Blaskowitz met zo’n 120.000 soldaten. Zij hadden als bevel gekregen om het nog
bezette deel van Nederland tot het uiterste te verdedigen. Van twee kanten
werden deze Duitse troepen aangevallen: enerzijds rukten de grondtroepen op,
anderzijds werden ze in de rug aangevallen door Canadese en Fransen
parachutisten die achter de linies waren gedropt om daar voor verwarring te
zorgen. In het noorden trokken de meeste Duitse troepen zich terug via de
Afsluitdijk naar Noord-Holland. Wel ging dat af en toe gepaard met felle
gevechten tussen Duitsers en verzetslieden.
De
laatste weken werd het er voor de bevolking van West-Nederland niet plezieriger
op. Door de bevrijding van de rest van het land was men helemaal afgesneden van
levensmiddelen. Ook traden de bezetters steeds wreder op tegen de plaatselijke
bevolking. Zij wisten natuurlijk ook dat ze aan de verliezende hand waren en
reageerden zich regelmatig af door de Nederlandse bevolking te terroriseren.
Op
2 mei pleegde de Duitse Führer Adolf Hitler, de man die Europa eigenhandig in
zes jaar oorlog en ellende had gestort, zelfmoord in zijn Berlijnse bunker. Dat
betekende echter nog niet het eind van de oorlogshandelingen. Wel legde de
nieuwe Duitse regering onder leiding van admiraal Dönitz vrijwel direct contact
met de Britse veldmaarschalk Montgomery. Op 4 mei kondigde diezelfde Montgomery
aan dat de Duitsers in West-Europa zich hadden overgegeven. In de dagen die
volgden zouden de Duitsers ook in andere delen van Europa de wapens neerleggen.
Overigens
kon er niet meteen in alle gemeenten feest worden gevierd. Het zou nog enkele
dagen duren voor de Duitse soldaten zich overal daadwerkelijk hadden
overgegeven. Lang niet alle Duitsers konden geloven dat hun land zich echt
overgegeven had, er bleven dus gewapende Duitsers op straat rondlopen. Dit
leidde soms tot gewelddadige aanvaringen met verzetslieden, die de Duitse
soldaten probeerden te ontwapenen in afwachting van de komst van het
bevrijdingsleger. Zo vond in Amsterdam vond op 7 mei nog een afschuwelijke
schietpartij plaats op de Dam tussen Duitse soldaten en verzetsstrijders. Hier
kwamen zo’n 20 burgers bij om het leven.
Eén
van de gemeenten waar de bevolking nog even moest wachten op bevrijding, was
bijvoorbeeld mijn eigen woonplaats Veenendaal, op steenworp afstand van Hotel De Wereld. Terwijl vrijwel alle plaatsen in de omgeving werden bevrijd, hield de geallieerde opmars vlak voor Veenendaal op. In
Veenendaal was een SS-delegatie aanwezig, die zich heftig verzette tegen
overgave en onder andere een brug opblies die de toegang tot het centrum van Veenendaal flink bemoeilijkte. Ze terroriseerden de Veenendalers nog enkele dagen (schoten op mensen die Nederlandse vlaggen ophingen, stelden een uitgaansverbod in) en op 7 en 8 mei
waren er nog gevechten tussen de SS’ers en manschappen van de Binnenlandse
Strijdkrachten die op verkenningstocht waren. Pas op 9 mei rolden de Sherman-tanks het dorp binnen en
lieten de geallieerde soldaten zich fêteren op de Markt. Pas op 10 mei was de hele gemeente bevrijd.
En
zo waren er meer plaatsen die na de 5e mei nog even moesten wachten op de komst van de geallieerden.
Op Texel moest men zelfs tot 20 mei wachten voor de Canadezen arriveerden en
waren er tot op die laatste dag nog gevechten.
De
Nederlanders overzee in de koloniën moesten nog heel wat langer wachten voor ze
konden feesten. Japan zou pas 15 augustus 1945 de strijd opgeven, nadat de
Verenigde Staten de steden Hiroshima en Nagasaki had verwoest met atoombommen. Op
2 september werd aan boord van een Amerikaans slagschip de capitulatie van Japan
ondertekend en was ook Nederlands-Indië bevrijd.
Overal
waar de bevrijders een gemeente binnentraden, werden ze door de plaatselijke
bevolking uitbundig verwelkomd. Soldaten deelden tot grote vreugde van het
Nederlandse volk sigaretten, chocola en kauwgum (nog nauwelijks bekend in ons
land) uit. Ook konden de soldaten regelmatig op een warm welkom rekenen van de
vrouwelijke bevolking, wat ertoe leidde dat er een klein jaar na de bevrijding
een flinke golf buitenechtelijke kinderen werd geboren met een vader die ergens
overzee woonde.
Het
was niet alleen een moment van blijdschap, maar ook van wraak. Hoewel de
verwachte massale vergeldingsacties tegen collaborateurs (de gevreesde
‘Bijltjesdag’) uitbleven, werden wel tienduizenden NSB’ers en overige
landverraders gearresteerd. En werden ‘Moffenmeisjes’, vrouwen en meisjes die
zich net iets te vriendschappelijk hadden gedragen tegenover de Duitse soldaten
publiekelijk vernederd, onder andere door hun hoofd kaal te scheren.
Maar
ondanks alle boosheid en verdriet en hoewel er nu er een zware periode van
wederopbouw stond te wachten, was er eerst vooral ruimte voor feest.
En
die bevrijdingsfeesten worden nu jaarlijks dus nog een keer herhaald. Na het
defilé duik ik onder in de mensenmassa op de Markt, waar Di-Rect nog altijd
staat te knallen op het podium. Het is buitengewoon sfeervol op het plein. En
als daarna ex-Sjonnie Ronnie Ruysdael op het podium komt, dan is het echt tijd
om te feesten. Tijd om de vrijheid te vieren met al die honderden springende,
zingende en hossende mensen. “Want
vrijheid vier je samen.”
Meer weten over de
bevrijding van Nederland? Er is zoveel over geschreven dat het te ver gaat om
hier een uitgebreide literatuurlijst te geven. Wel verwijs ik naar een drietal
websites. Een site met veel artikelen over allerlei aspecten van WOII is http://www.tweedewereldoorlog.nl/.
Deze site heeft een themapagina die gewijd is aan de bevrijding. De website van
de Stichting Nationaal Erfgoed Hotel De Wereld (http://www.hotel-dewereld.nl/) geeft
meer informatie over Hotel de Wereld. En op de site van het Nationaal Comité 4
en 5 mei (http://www.4en5mei.nl/ ) staan achtergrondverhalen bij oorlogsmonumenten en uiteraard
informatie over de herdenking en viering van 4 en 5 mei.